Svenskt Tenns utställningsrum New York (US)
Josef Frank en Estrid Ericson
Samenvatting
Sweden speaks. Dit motto stond in 1939 in grote letters op het Zweedse paviljoen van de World Fair in New York. Het door Sven Markelius ontworpen paviljoen trok veel aandacht, niet in de laatste plaats door een aantal stijlkamers, ingericht door toonaangevende ontwerpers. Een van de kamers, een studio, was ontworpen en ingericht door Estrid Ericson en Josef Frank, respectievelijk oprichtster en hoofdontwerper van de interieurfirma Svenskt Tenn in Stockholm. Dit interieur ging de wereld in als een eerste voorbeeld van een nieuwe, informele en rijkgeschakeerde interieurstijl die in de jaren na de Tweede Wereldoorlog wereldwijd onder de noemer Swedish Modern veel navolging kreeg.
De wortels van Josef Frank’s ontwerp liggen echter niet zozeer in Zweden, als in een ander deel van Europa, in Wenen. Samen met Oskar Wlach richtte Frank daar in de jaren 1920 een firma voor woninginrichting op: Haus & Garten. Voortbouwend op zijn eerdere werk ontwikkelde Frank voor zijn bedrijf een reeks eclectische ontwerpen voor meubels en stoffen, die gebruik maakte van diverse tradities en stijlen, van biedermeier tot het verre oosten. Voorop stond de noodzaak van comfort, behaaglijkheid en individuele vrijheid. Ideaal was een interieur waar geen meubelstuk hetzelfde was, en geen enkele toevoeging door de bewoner afbreuk zou kunnen doen aan het geheel. Frank keerde zich evenzeer tegen de gedachte van een Gesamtkunstwerk van architecten als Josef Hoffmann, als tegen de modernistische dwang om te vernieuwen. Hij had grote afkeer van de in zijn ogen ‘romantische’ idee van een machine-esthetiek, zoals voorgestaan door Le Corbusier, Mies en Gropius.