Kleinbürgerliches Wohnzimmer Dresden (DE)
Heinrich Tessenow
Samenvatting
In 1925, het jaar waarin Le Corbusier op de ‘Exposition des Arts Décoratifs’ in Parijs zijn Pavillon de L’Esprit Nouveau exposeerde, werd op het binnenstedelijke tentoonstellingsterrein van Dresden voor de vierde keer de ‘Jahresschau Deutscher Arbeit’ georganiseerd, ditmaal onder leiding van stadsbouwmeester Paul Wolf. Hadden voorgaande tentoonstellingen thema’s als ‘porselein, keramiek & glas’ (1922); spel & sport (1923) en ‘textiel’ (1924), in de tentoonstelling van 1925 stond, vanwege de woningnood, de woonsituatie na de Eerste Wereldoorlog centraal onder de titel ‘Wohnung und Siedlung’. Op een oppervlakte van ca. 16.000 m2 en in meerdere tentoonstellingshallen werden door diverse interieurarchitecten en kunstenaars ruim 60 interieurs ingericht; op het buitenterrein stonden 16 voorbeeldhuizen van onder andere Bruno Paul, Albin Müller en Gustav Lüdecke. Een ‘wetenschappelijke’ afdeling toonde de ontwikkeling van de woningbouw in woord en beeld. Heinrich Tessenow ontwierp het restaurant ‘Oberbayern’ en enkele voorbeeldinterieurs, waaronder een grote en kleine slaapkamer, een eetkamer, een zithoek (Wohnzimmerecke) en een ‘kleinburgerlijke’ woonkamer.
De woonkamer is eenvoudig ingericht. De positie van boekenkast, tafel, stoelen en ladekast geeft een rustig en krachtig totaalbeeld. Karl Scheffler omschrijft in Kunst und Künstler (1926) de interieurs van Tessenow als volgt: ‘Onzichtbaar, maar daarom niet minder werkelijk, zijn de werken van Tessenow omgeven met de atmosfeer van een idee, of beter gezegd een ideaal. (…) Dit idealisme is niet in een problematische vorm gegoten maar, met een bescheiden klassieke houding, omgeven door romantiek, waarin zowel de ziel van de traditie als het instinct voor het kiemende besloten ligt.’