Redactioneel

Auteurs

  • Dick van Gameren TU Delft, Architecture and the Built Environment
  • Hans Teerds TU Delft, Architecture and the Built Environment
  • Jurjen Zeinstra TU Delft, Architecture and the Built Environment

DOI:

https://doi.org/10.7480/dash.11.4955

Samenvatting

De omslag van DASH nr. 11 toont een woninginterieur dat in 1952 tentoongesteld werd in Berlijn op de tentoonstelling ‘Wir bauen ein besseres Leben’ / ‘We’re Building a Better Life’. In dit modelinterieur, vormgegeven als een stralend wit laboratorium, deden Amerikaanse acteurs aan het toegestroomde Berlijnse publiek voor hoe er gewoond moest worden in een dergelijk huis. Een deskundige in witte jas, die boven het grauwe publiek uittorende, voorzag het huis en de handelingen van de acteurs van uitleg.

Als geen ander beeld toont deze foto hoe het woninginterieur in de moderne tijd is aangegrepen als instrument in emancipatoire en politieke processen, van buiten af én van binnen uit, die het wonen drastisch hebben veranderd. Met de opkomst van de massawoningbouw in de vorige eeuw is het wonen onmiskenbaar een architectonische opgave geworden en het interieur speelt daarbij een belangrijke rol. Men kan zich echter afvragen of het woninginterieur wel een architectonische opgave kan zijn. Binnen de vier muren van het eigen huis gaat de bewoner immers zijn gang, ongezien en ongestoord, waarbij de muren het private van het publieke scheiden. Het huis wordt ingericht en aangepast naar eigen wensen, gedecoreerd met de parafernalia van het dagelijks leven en de herinneringen aan het verleden. Dit persoonlijke ten spijt, laat de geschiedenis zien dat het wooninterieur ook altijd aan representatie verbonden is en daarmee per definitie een architectonische opgave: denk alleen al aan de interieurs van grote woonhuizen en adellijke paleizen. De opkomst van de massawoningbouw in de laatste 100 jaar heeft het wonen als architectonische opgave centraal gesteld en daarmee ook aan het woninginterieur de ruimte gegeven om een opgave te worden, die de adellijke elite en het decoratieve voorbij is gestreefd.

Tegenwoordig lijkt ieder interieur gezien te worden als ‘architectonisch’, of beter nog, ‘design’-project: men hoeft slechts in een willekeurige kiosk rond te kijken om te zien hoe de woonconsument overspoeld wordt met informatie over de laatste trends. Het interieur lijkt meer dan ooit een middel geworden waarmee een individu zichzelf aan de wereld presenteert, zoals de mode dat ook doet.

Voor DASH is deze aandacht voor het woninginterieur interessant, omdat al dan niet expliciet geformuleerde ideeën over het interieur altijd een rol spelen (en gespeeld hebben) bij het ontwerpen van woningen, niet alleen bij het ontwerp van privé woonhuizen, maar ook binnen de massawoningbouw. De overdracht van deze ideeën vond (en vindt) voornamelijk plaats via de interieurs zelf, die door de media (boeken, tijdschriften, kranten, televisie, films, tentoonstellingen, warenhuizen, catalogi, woon-blogs) publiek gemaakt worden. Een deel van deze interieurs is speciaal gemaakt om een specifieke opvatting over wonen en architectuur uit te drukken. Op deze tentoongestelde woninginterieurs, die we hier ‘stijlkamers’ noemen, richten we ons in dit nummer van DASH.

Voor dit nummer hebben we 15 stijlkamers onderzocht uit de afgelopen eeuw, interieurs die nooit zijn bewoond, maar wel getoond op tentoonstellingen en beurzen. In de meeste gevallen zijn de interieurs weer afgebroken en restten alleen tekeningen en/of foto’s. Voorafgaand aan deze documentatie bieden vijf essays en een interview verschillende perspectieven op het interieur als architectonische opgave, als commercieel object, en als instrument in kunstzinnige, avant-gardistische en culturele reflecties op de maatschappij. DASH biedt daarmee een kleine dwarsdoorsnede over 100 jaar wonen in de context van de sterk veranderende (westerse) samenleving en laat zien op welke manier dit architectonisch geprojecteerd is in het interieur.

Biografieën auteurs

Dick van Gameren, TU Delft, Architecture and the Built Environment

Dick van Gameren is dean and full professor at the Faculty of Architecture and the Built Environment of Delft University of Technology, and partner at Mecanoo architecten in Delft, the Netherlands. Combining his work as an architect with a professorship, Van Gameren maintains a critical approach to design by lecturing, researching and publishing. In 2007, Van Gameren won the prestigious Aga Kahn Award for the design of the Dutch Embassy in Ethiopia. In 2008, Van Gameren founded the book series DASH (Delft Architectural Studies on Housing) and is since then editor in chief. At TU Delft. He leads the Global Housing Study Centre and is also board member of the Archiprix foundation, of the Jaap Bakema Study Centre in Rotterdam and of the Amsterdam based AMS Institute. He is also a member of the TU Delft Global Initiative Steering Committee.

Hans Teerds, TU Delft, Architecture and the Built Environment

Hans Teerds works as an assistant at the Chair for the History and Theory of Urban Design at the Institute for History and Theory of Architecture (GTA) of the ETH Zürich. He wrote a dissertation at the Delft University of Technology, discussing the public aspects of architecture as seen through the lens of the writings of philosopher Hannah Arendt. Together with Tom Avermaete and Klaske Havik, he edited the anthology Architectural Positions: Architecture, Modernity and the Public Sphere (2009), and published together with Johan van der Zwart, Levend Landschap: Manifest voor stad en land (2012). Teerds is a member of the editorial boards of the architectural journals OASE and DASH.

Jurjen Zeinstra, TU Delft, Architecture and the Built Environment

Jurjen Zeinstra studied architecture at the Faculty of Architecture TU Delft and has been editor of the architectural magazines OASE and Forum. Together with Mikel van Gelderen he founded Zeinstra van Gelderen architecten, that has realized projects on various scales. Currently he works in the Department of Architecture as acting Associate professor in the Chair of Architecture of the Interior, where he teaches design. He initiated the program ‘Culture of Care’ in 2012 and has edited Amsterdam Places; Interiors, Buildings and Cities in 2013.

##submission.downloads##

Gepubliceerd

2020-06-02

Citeerhulp

van Gameren, D., Teerds, H., & Zeinstra, J. (2020). Redactioneel. DASH | Delft Architectural Studies on Housing, 7(11), 1–3. https://doi.org/10.7480/dash.11.4955

Nummer

Sectie

Editorial