Hoogeveldt Nijmegen
Piet Tauber
Samenvatting
De studententijd, zo betoogde Granpré Molière al bij zijn eerste Nijmeegse stedenbouwkundige ontwerp uit 1949, is een kwetsbare overgangsfase tussen gezin en maatschappij. Architect Piet Tauber wilde met Hoogeveldt voorkomen dat de student ten onder zou gaan in een naamloze massa. Ondanks het grote aantal kamers (1.024) onderscheidt ‘Hoogeveldt’ zich van andere studentencomplexen door de menselijke schaal. Het ensemble is gebouwd naast het Dominicanenklooster ‘Albertinum’ (H.J.A. Bijlard en K. van Geyn van het bureau van Ed. Cuypers, 1930-1932) en wordt begrensd door de verdiepte spoorlijn Nijmegen-Venlo en de Heyendaalseweg, die de universiteitscampus Heyendaal met de binnenstad verbindt. Toen de paters op zoek gingen naar een architect die hun belangen zou kunnen behartigen bij de stedenbouwkundige wijzigingen die de gemeente rond hun terrein wilde doorvoeren, zat Piet Tauber naar eigen zeggen ‘een paar dagen later bij de prior-provinciaal aan tafel’.