Maison de l’Iran Parijs
Claude Parent, André Bloc, Moshen Foroughi & Heydar Ghiaï-Chamlou
Samenvatting
Maison de l’Iran is het laatste studentenhuis dat binnen de parkachtige setting van de Cité Internationale Universitaire van Parijs werd gerealiseerd. Tussen 1925 en 1968 lieten verschillende landen hier een paviljoen bouwen voor de huisvesting van de eigen studenten. Het meest bekend zijn de paviljoens van Zwitserland en Brazilië (beide van Le Corbusier) en Nederland (Dudok). Wanneer in de vroege jaren 1960 het ontwerp van de oorspronkelijke architecten van het Maison de l’Iran, Moshen Foroughi en Heydar Ghiaï-Chamlou, door de gemeente wordt afgekeurd, zoeken zij hulp bij André Bloc, de invloedrijke oprichter van het tijdschrift l’Architecture d’Aujourd’hui. Bloc brengt hen in contact met Claude Parent, die juist bezig is voor hem een villa te bouwen in Cap d’Antibes. Parent grijpt deze kans om een prestigieus project in Parijs te realiseren met beide handen aan. Maar ook het ontwerp van Parent weet de bureaucratische obstakels pas te overwinnen, nadat de Sjah van Perzië heeft laten weten dat hij bij zijn staatsbezoek aan Frankrijk in 1966 de start van de bouw wenst bij te wonen. Het Maison de l’Iran wordt na de oplevering in 1969 al snel een bolwerk van verzet tegen het Perzische regime, dat zich daarop schielijk terugtrekt. In 1972 wordt hier de Fondation Avicenne gehuisvest, een stichting die ook onderzoekers en studenten van andere nationaliteiten faciliteert.