De kamer
Een verkenning van persoonlijke ruimte
Samenvatting
De studentenkamer heeft zich ontwikkeld van ‘cel’ (in kloosters, gevangenissen, hospitalen en gasthuizen) tot ‘hotelkamer’ met eigen badkamer, van alle gemakken voorzien. Dit essay verkent de ontwikkeling van de studentenkamer vanuit de perceptie van de persoonlijke ruimte van deze kleinste wooneenheid, aan de hand van een reeks emblematische projecten in Europa en de Verenigde Staten, die de afgelopen 100 jaar gerealiseerd zijn. Waaruit bestaat de omhulling van de persoonlijke ruimte van de student? Wordt die persoonlijke ruimte met een kamergenoot gedeeld? En hoe verhoudt de student zich in sociaal opzicht tot andere studenten op de gang, in het logiesgebouw, in het studentenhuis? Typologisch beschouwd is het ruimtelijke materiaal van studentenhuisvesting eenvoudig in de plattegrond georganiseerd als een reeks cellen, kamers, eenheden aan een gang die ze onderling verbindt. Meestal zijn de kamers aan beide zijden van een gang ontsloten, om de organisatie van de plattegrond – geometrisch geordend – te optimaliseren. De bulk van het woonprogramma wordt aangevuld met hiervan afwijkende, grotere collectieve ruimten. Deze opzet gaat terug tot de functionele organisatie van het klooster.