Studenten- huisvesting
DOI:
https://doi.org/10.7480/dash.10.4891Samenvatting
Studentenhuisvesting staat momenteel weer hoog op de agenda. In ontzagwekkend tempo wordt door politici, ontwikkelaars, architecten en bouwende partijen gewerkt om een groot tekort aan woonruimte voor jongeren en studenten in vrijwel alle Nederlandse universiteitssteden terug te dringen. En in deze tijden van malaise in de bouw staan naast de vanouds bouwende stichtingen en corporaties ook nieuwe spelers in de rij om hier een graantje van mee te pikken.
Het concept voor deze nieuwe opgave is vaak simpel: identieke, zelfstandige eenheden met eigen minikeuken en – badkamer zijn de bouwsteen waarmee gestapeld en geschakeld wordt tot de bouwenvelop naar behoefte gevuld is. Een gezamenlijke entree, fietsenstalling, misschien nog wat andere voorzieningen en voor de eigen identiteit vaak een opvallende gevel. Het is een efficiënte industrie waarmee goed en snel grote aantallen gebouwd kunnen worden.
De opgave is even actueel als tijdloos. Al sinds het ontstaan van opleidingsinstituten die jonge mensen uit een wijdere omgeving aantrokken, gaan huisvesting en educatie samen in een periode van persoonlijke en intellectuele groei. Door de eeuwen heen zijn in verschillende landen en culturen daarvoor diverse modellen ontstaan: van op kamers gaan bij professoren of hospita’s tot de Angelsaksische colleges en campus, of de continentale, binnenstedelijke woongebouwen onder hoede van een al dan niet religieuze instelling.