Verdiweg Amersfoort Apon
van den Berg, ter Braak, Tromp
Samenvatting
In de jaren zestig nam de industriële woningbouw in Europa aan beide zijden van het IJzeren Gordijn een grote vlucht. In een publicatie van de Stichting Bouwresearch uit 1968 met de titel Niet Traditionele woningbouwmethoden in Nederland passeren ruim 30, op dat moment gebruikte en door de overheid erkende bouwmethodieken de revue. Een van deze is het ERA-gietbouwsysteem, ontwikkeld door aannemer J.P. van Eesteren met architect R. Fledderus als esthetisch adviseur. Het ERA-systeem voor galerijflats is een van de eerste tunnelkistsystemen en onderscheidt zich door de brede beukmaat van 7.80 m, waardoor standaard drie- en vierkamerwoningen zonder dragende binnenwanden uitgevoerd konden worden. De grote indelingsvrijheid was een van zijn onderscheidende kwaliteiten. Samen met de rigoureus doorgevoerde scheiding in de uitvoering tussen skelet en gevel- en binnenscheidingen is de ERA-flat een vroeg voorbeeld van de door de Stichting Architecten Research (SAR) ontwikkelde gedachten drager en inbouwpakket.
De binnenwanden werden door de aannemer vervaardigd als sandwichpanelen, die bij latere wijzigingen hergebruikt konden worden. Er was een groot aantal indelingen mogelijk; alleen de positie van keuken, toilet en badcel, rondom een enkele leidingkoker, staat vast. Een centrale binnenhal (speelhal) geeft toegang tot badcel en toilet, en via een reeks deuren tot alle andere kamers. Hierdoor hoeven bij een wijziging alleen binnenwanden, en geen binnenkozijnen, verplaatst te worden. In de eerste jaren van het systeem werd al een spectaculaire productie gehaald, eerst in Rotterdam, later elders in Nederland.