Baas in eigen huis
Tijd en hiërarchie in de woningbouw van John Habraken en de SAR
Samenvatting
John Habraken stelde aan het begin van de jaren zestig een fundamentele herbezinning voor op de rolverdeling binnen de woningbouw. Hij definieerde huisvesting als daad en niet zozeer als object, en hij vond dat degene die zich huisvestte een grotere rol in de woningbouw verdiende. Hij onderscheidde twee niveaus van besluitvorming en verantwoordelijkheid in het huisvestingsproces, en koppelde die aan twee bouwkundige termen: drager en inbouw. Dat is het element van zijn theoretische werk waar Habraken het meest bekend om is geworden. De Stichting Architecten Research, de SAR, heeft dit concept decennia lang op technisch en organisatorisch vlak uitgewerkt.
Anders dan veel andere theoretici heeft Habraken nauwelijks ontworpen. Mensen als Lucien Kroll, Constant en Yona Friedmann zetten hun ideeën om in aansprekende beelden en al dan niet utopische ontwerpen. Habraken wil niet ontwerpen, omdat het concept dat hij altijd heeft uitgedragen dan teveel aan zijn persoon zou komen te hangen. ‘Bouwen om te wonen is een beschavingsdaad bij uitstek en onze beschaving bestaat geenszins uit de bezigheden van een aantal min of meer kunstzinnige architecten. Zij bestaat daar misschien pas in de laatste plaats uit.’1 Habraken bekijkt een ontwerp niet vanuit het oogpunt van de ontwerper, maar vanuit het ontworpene en de gebruiker. Hij behoort tot een generatie van onderzoekers die de gebouwde omgeving onderzoeken, het alledaagse, in plaats van de specifieke, uitzonderlijke architectuur; een generatie waartoe ook mensen als Christopher Alexander en Kevin Lynch behoren.