Emmerhout Emmen Niek de Boer Arno Nicolaï, Albert Oosterman & Jan Sterenberg
Samenvatting
Onder het motto: ‘Emmen zal een stad worden, akkoord, als het maar een dorp blijft!’ haalde toenmalig burgemeester K.H. Gaarlandt in de jaren vijftig van de vorige eeuw een groot aantal vernieuwingsgezinde architecten en stedenbouwkundigen naar Emmen om de ontwikkeling van het dorp in goede banen te leiden. Dankzij de komst van de kunstgarenfabriek van de Algemene Kunstzijde Unie (AKU; nu Akzo Nobel) groeide het Drentse dorp in korte tijd uit tot een regionaal industriecentrum met nieuwe woonwijken en voorzieningen.
Onder leiding van stedenbouwkundige Niek de Boer werd het idee van de Open Groene Stad uitgewerkt, dat de grondslag vormde voor de uitbreidingsplannen. Volgens dit concept zou er een stad moeten ontstaan die zowel aantrekkelijk was voor de voormalige veenarbeiders als voor een nieuw aan te trekken middenklasse. De introductie van op dat moment ongebruikelijke thema’s als de integratie van natuur en landschap, verkeersvrije woonerven en een zorgvuldige inrichting van de openbare ruimte bezorgde Emmen internationale faam. Na Angelslo werd vanaf 1960 de wijk Emmerhout als tweede uitbreidingswijk gebouwd.
De stedenbouwkundige noviteiten waarmee in Angelslo was geëxperimenteerd, worden in Emmerhout verder uitgewerkt en radicaal toegepast. In het plan wordt ondubbelzinnig gekozen voor het zoveel mogelijk weren van autoverkeer uit de woonomgeving. In de woonbuurten worden slechts twee soorten verkeersruimte onderscheiden: autostraten en woonerven. De autostraten zijn uitsluitend bestemd voor de auto. Ze worden begrensd door aarden wallen met groenbeplanting; trottoirs ontbreken. De woonerven echter zijn bijna volledig autoluw, zodat kinderspel en andere buurtcontacten ongehinderd kunnen plaatsvinden. Het zijn verschillend ingerichte, pleinachtige ruimtes waar geparkeerd wordt in speciaal voor dat doel ontworpen parkeerhavens of geclusterde parkeerboxen. De huizen liggen allemaal aan een informeel stelsel van autovrije woonpaden met speel- en zitplekjes. Deze maken deel uit van een netwerk van paden die aantakken aan de groene lobben tussen de buurten, die op hun beurt weer in verbinding staan met het omringende landschap.