Nieuwe open ruimte in het woonensemble
DOI:
https://doi.org/10.7480/dash.01.4521Samenvatting
De afgelopen jaren is een nieuwe generatie woningbouwensembles ontstaan. Ondanks grote verschillen in hun verschijning hebben deze ensembles één belangrijk kenmerk gemeen: de ‘nieuwe open ruimte’ tussen de afzonderlijke woongebouwen die het ensemble zijn architectonische identiteit geeft. Deze nieuwe ensembles kunnen gekarakteriseerd worden door de open ruimte, die door de compositie van de woongebouwen binnen het ensemble ontstaat, bijvoorbeeld de centrale binnenhof van De Grote Hof in de wijk Ypenburg bij Den Haag, de reeks pleintjes van de Mariaplaats in Utrecht of de parterre1 in Zwanenwoud bij Heerenveen.
De open ruimte is in verschillende opzichten een nieuw verschijnsel binnen de Hollandse traditie van het bouwblok en het wonen. Zo is ze anders van formaat, vorm en architectonische expressie dan tot nu toe werd gemaakt. Bovendien is deze ruimte nieuw qua invulling en gebruik: er is sprake van veranderende verhoudingen tussen het publieke en particuliere domein. De nieuwe open ruimte impliceert ten slotte fundamentele veranderingen in de woonomgeving als geheel: in de samenhang tussen woning, woonomgeving en stad. Dit onderzoek richt zich op de compositie van deze nieuwe open ruimte, en haar architectonische en stedenbouwkundige betekenis. Doel is de nieuwe open ruimte zelf als architectonische opgave aan de orde te stellen, in antwoord op eigentijdse maatschappelijke ontwikkelingen.
In deze studie wordt de nieuwe open ruimte onderzocht aan de hand van acht woningbouwensembles. Op het eerste gezicht lijken de bestudeerde projecten volkomen verschillend. Zij maken deel uit van uiteenlopende opgaven: ze zijn binnenstedelijk, liggen aan de rand van de stad of zelfs in het landelijk gebied. Ze maken deel uit van een bouwblok of vormen zelf een bouwblok. De meeste ensembles zijn voornamelijk opgebouwd uit laagbouwwoningen, maar er zijn ook combinaties met appartementengebouwen en woontorens. Wat de ensembles bindt, ligt echter niet in hun morfologische of typologische karakteristiek, maar in de ‘ontwerpeenheid’: het onderscheidende element van waaruit het ontwerp is gedacht. De ontwerpeenheid is een van de bepalende aspecten van de woningbouw die veranderen in de loop der tijd: van de kavel naar de rij, van het blok naar de straat, van het stadvernieuwingsproject naar het woongebouw, en nu naar de open ruimte tussen de woongebouwen. De hier besproken ensembles worden gelezen vanuit dit sturende thema van de open ruimte.