Merelhof Bergen (NH)

J.H. Roggeveen

Auteurs

  • Dick van Gameren TU Delft, Architecture and the Built Environment

DOI:

https://doi.org/10.7480/dash.06.4834

Samenvatting

De in 1949 door de Bergense gemeente-architect J.H. Roggeveen (1888-1955) ontworpen Merelhof is in vele opzichten kenmerkend voor de opvattingen van de Delftse School. Deze ging uit van een onlosmakelijke band tussen verleden en heden, en benadrukte de ‘eeuwige waarden’ van de architectuur. In het woningontwerp werd gezocht naar een eenvoudige, herkenbare vorm, geïnspireerd op landelijke bouwkunst uit het verleden. Zo werd bijvoorbeeld bij het ontwerpen van ouderenwoningen vaak inspiratie gevonden in het traditionele Hollandse hofje. Kenmerkend voor de Delftse School is verder de manier waarop bouwmaterialen als baksteen en hout, toegepast en gedetailleerd op een ambachtelijke wijze, gecombineerd werden met nieuwere technieken, zoals betonnen constructie-elementen en stalen kozijnen.

In de Merelhof is de combinatie van eeuwige architectuurwaarden met hedendaagse inzichten in planning en techniek op demonstratieve wijze zichtbaar gemaakt. De drie verschillende bouwvolumes, bestemd voor ouderen, omsluiten in een U-vorm een op het westen gelegen hof; een referentie aan een traditioneel hofje lijkt hier aanwezig. De door de hofstructuur aangeduide ‘dorpse’ gemeenschapszin kwam verder tot uitdrukking in de collectieve ruimten van het complex: de beheerderswoning bevatte een gemeenschappelijke eetzaal en badkamer. De groepering van de woningen rond een hof blijkt echter dubbelzinnig. Ze liggen deels met de voor- en deels met de achterzijde aan de hof, als gevolg van het gegeven dat alle woonkamers op het zuiden of westen zijn gericht. Zo werd voldaan aan functionalistische inzichten met betrekking tot optimale zontoetreding.

Alle woningen worden ingesloten door een pad langs de voortuinen, en een pad dat direct langs de achteringangen loopt; elke woning heeft onbelemmerd uitzicht op hoog opgaand groen. De centrale positie van de hof wordt benadrukt door in het midden een sculptuur: een verbeelding van het ‘ontwaken van de natuur’. De eenvoudige hoofdvormen van de drie blokjes worden gekenmerkt door een hoge, doorgaande en met rode pannen gedekte zadelkap, en ingesloten door gemetselde kopgevels die afgedekt zijn met in specie opgelegde eindpannen. De beheerderswoning onderscheidt zich door een hoger oprijzende dwarskap. Grote gemetselde schoorstenen bieden een sterk ritmisch silhouet. Het woonprogramma is geheel op de begane grond ingevuld; aan de voorzijde een entreehalletje met toilet en zoldertrap, een woonkamer, en daarachter een slaapkamer en keuken, alles minimaal gedimensioneerd. Onder de trap was een kast geplaatst met daarin een wastafel. Het hedendaagse wordt, naast de rationele groepering, vooral zichtbaar in de zeer minimaal, ‘abstract’ gedetailleerde dakkapellen, en de grote stalen vensters van de woonkamers. De laatste zijn bij een renovatie helaas vervangen door buitengewoon lelijke houten kozijnen.

Biografie auteur

Dick van Gameren, TU Delft, Architecture and the Built Environment

Dick van Gameren is dean and full professor at the Faculty of Architecture and the Built Environment of Delft University of Technology, and partner at Mecanoo architecten in Delft, the Netherlands. Combining his work as an architect with a professorship, Van Gameren maintains a critical approach to design by lecturing, researching and publishing. In 2007, Van Gameren won the prestigious Aga Kahn Award for the design of the Dutch Embassy in Ethiopia. In 2008, Van Gameren founded the book series DASH (Delft Architectural Studies on Housing) and is since then editor in chief. At TU Delft. He leads the Global Housing Study Centre and is also board member of the Archiprix foundation, of the Jaap Bakema Study Centre in Rotterdam and of the Amsterdam based AMS Institute. He is also a member of the TU Delft Global Initiative Steering Committee.

##submission.downloads##

Gepubliceerd

2020-05-01

Citeerhulp

van Gameren, D. (2020). Merelhof Bergen (NH): J.H. Roggeveen. DASH | Delft Architectural Studies on Housing, 4(06), 100–105. https://doi.org/10.7480/dash.06.4834