Frisia-woningen Amersfoort
A.H. van Wamelen
DOI:
https://doi.org/10.7480/dash.06.4804Samenvatting
In 1918 richtten een gepensioneerde leraar en een oud-beroepsmilitair een ‘middenstands-woningbouwvereniging’ in Amersfoort op. De vereniging, Frisia genaamd, wilde een nieuwe vorm van wonen introduceren: compact, tegen relatief lage kosten comfortabel wonen onder gelijkgestemden. Doelgroep waren ‘ontwikkelden en beschaafden, onder wie bijvoorbeeld gepensioneerden, die ook na de sterke inkrimping hunner inkomsten zoveel mogelijk op voet van beschaafde en ontwikkelde lieden wilden blijven leven’. De vereniging gaf opdracht aan architect A.H. van Wamelen (1885-1962) een ontwerp te maken voor 41 woningen op een terrein aan de voet van de Amersfoortse Berg, dat al geruime tijd in ontwikkeling was als villawijk. De plannen gingen uit van een aantal collectieve voorzieningen, zoals een centrale wasruimte, beheerder, en een huishoudster voor het zware werk. De ontwerpschetsen werden in 1920 in Wendingen gepubliceerd, met als bijschrift ‘communicatiewoningen’, een verwijzing naar de ambities van het project.
Van Wamelen ontwierp een complex van zes rijen woningen: vier lange rijen aan weerskanten van de Schaepman- en Piersonlaan, en tegenover de vier noordelijke kopwoningen aan de Borgesiuslaan nog twee kleinere blokken met afwijkende typen.
Het basistype in de vier lange rijen is een relatief brede, ondiepe woning. Twee kamers-en-suite, een derde woonvertrek, een T-vormige hal met trap in het midden en een keuken zijn op ingenieuze wijze samengevoegd tot een zo compact mogelijke ‘villa’-plattegrond. De trap leidt naar vier slaapkamers en de ruime zolder daarboven. De hoektypen zijn aanmerkelijk ruimer, met een uitgebouwde keuken en een erker voor het derde woonvertrek. Een zwaar schoorsteenkanaal in het midden van het huis ondersteunt de hoog opgetrokken kap.