Ralph Erskine
Samenvatting
Op een prachtige locatie aan de Baltische kust bij Lisön ontwierp Ralph Erskine in 1955 een vakantiewoning die ook geschikt moest zijn voor permanente bewoning. Opdrachtgever Engström was eigenaar van een staalconstructiebedrijf en ontwikkelde samen met Erskine de zelfdragende koepelconstructie van het huis. De koepel is samengesteld uit 16 geprefabriceerde segmenten van 3 mm dik staal. Het was gedacht als prototype voor een (nooit tot uitvoering gekomen) grootschalige fabrieksmatige productie. De achterliggende ideeën vertonen parallellen met Buckminster Fuller’s Wichita Dymaxion House, waarvan de productie ook beperkt bleef tot een enkel prototype. Voor beide huizen werden nieuwe technieken toegepast, ontwikkeld in de defensie- en vliegtuigindustrie, om tot betaalbare, geprefabriceerde woningen te komen die op verschillende locaties geplaatst konden worden.
De koepelconstructie van het Engström-huis biedt een zo groot mogelijk binnenvolume bij een minimaal buitenoppervlak. Gedurende de winter is de koepel geheel bedekt door sneeuw waardoor, net als in een iglo, een goede isolatie van de binnenruimte bereikt wordt. Kleine raamopeningen zijn als glazen ‘geschutskoepels’ op de stalen wanden geplaatst en prikken ’s winters door de sneeuwlaag. De stalen koepel staat op een betonnen platform dat terrasgewijs aftrapt naar het water. De ruimte onder de koepel is zo open mogelijk gehouden; slaapkamers en een badkamer zijn op de begane grond als losse volumes tegen de buitenwand geschoven. De plafonds van deze ruimten vormen begaanbare platforms die, door middel van een omloop, rond het open midden van het huis met elkaar verbonden zijn. Een grote haard staat in het open midden, het schoorsteenkanaal steekt precies door de top van de 5,5 m hoge koepel. De binnenzijde van de koepel is afgewerkt met witgeschilderd plaatmateriaal op een laag isolatie, de vloeren zijn met teakhouten delen belegd. De buitenzijde van de koepel is blauw geschilderd, in harmonie met de omringende rotseilandjes.
De voor het huis ontwikkelde ideeën zijn op veel grotere schaal terug te vinden in Erskine’s studies voor arctische architectuur, die hij in 1959 op uitnodiging van Team 10 tijdens het CIAM-congres in Otterlo presenteerde. Zijn tekeningen van gebouwencomplexen onder grote koepels op tot terrassen uitgebouwde hellingen zijn in feite een uitvergroting van het Engström-huis. Door het systeem van open en afgesloten ruimten op verschillende niveaus onder een doorgaand koepeldak, is er in het Engström-huis een helder onderscheid tussen collectieve en meer private woonruimten. In de plannen voor een arctische stad is dit idee uitvergroot naar een stad met gebouwen en publieke ruimten die beschermd worden tegen de bittere koude door een kolossaal koepelgewelf.
![](https://journals.open.tudelft.nl/public/journals/24/article_4722_cover_en_US.jpg)